Am G Am G [Verse 1] Am G Je had een vrouw, een huis, je had je eigen leven. Am G Maar het bleek een weg die doodliep, je bent weer teruggegaan. Am G Je loopt weer door de stad waar alles is begonnen, Am G D probeert het te vergeten, niet stil te blijven staan. A D De vrienden in het café, ze zijn niet veel veranderd. A D G De ene is wat dikker en de ander is getrouwd. Am G Je lacht alleen niet meer om al hun flauwe grappen. Am C G Zij bleven ouwe jongens, jij werd alleen maar oud. [Interlude] Am C G Am G [Verse 2] Am G Je voelt je als een slak op wie het leven zout legt, Am G de last van het verleden weegt loodzwaar op je rug. Am G Een parelmoeren schelp vol jeugdherinneringen, Am G D en durf je niet meer verder, dan kruip je daarin terug. A D Je wilde toch vooruit, je wilde naar de vrijheid, A D G maar het werd een kale kamer voor veel te veel verhuurd. Am G Je nam een meisje mee, het leek net weer als vroeger, Am C G maar eigenlijk wou je slapen. [Vamp] Am G [Interlude] Am G Am G [Verse 3] Am G Hou eindelijk eens op te zeuren over vroeger. Am G Degene die steeds omkijkt, die valt op zijn gezicht. Am G Je bent alleen maar bang voor wat er nog kan komen. Am G D Dat kan zoveel niet wezen, hou nou je mond eens dicht. A D Toch wil je het overdoen, maar waar moet je beginnen? A D G Je hebt te vaak geaarzeld, te vaak verkeerd beslist. Am G Je bent alleen, verdwaald, het bos is groot en donker, Am C G de kruimels brood verdwenen. [Outro] Am G Am G Am G Am C G