Sjaak kijkt naar zijn hand
Op de leuning van de stoel
Zijn vingers tikken zonder maat
Niets te doen geeft tijd voor gevoel
En tijd heeft-ie nou een heleboel
Nog een kop koffie dan
Zijn vingers trillen ervan
Wat kan je anders doen
Als je niet meer werken kan
En koffie, daar is eigenlijk niets aan
Daar word je ook niet vrolijk van
Hij ziet zijn eigen hand
Doelloos liggen in zijn schoot
Bruine vingers van de shag
Sjaak verveelt zich dood
De kamer staat stijf van de rook
En zijn vrouw irriteert hem ook
Beentjes in de lucht voor de stofzuiger
Het huis moet doodgewoon schoon
Vrijheid is een straf: hoe kom je er vanaf
Hoe leert Sjaak het werken
Wie leert Sjaak het werken af
Sjaak kijkt naar zijn hand
Op de leuning van de stoel
Het lege glas ernaast
Niets te doen laat tijd voor gevoel
En tijd heeft-ie nou een heleboel
Hij ziet zijn eigen hand
Die hij nu ophouden moet
Zijn vingers schamen zich zo
Loon zonder dat je het werk ervoor doet
Zo werd hij niet opgevoed
Bedelen, dat was nooit goed
Beentjes in de lucht voor de stofzuiger
Het huis moet doodgewoon schoon
Vrijheid is een straf: hoe kom je er vanaf
Wie leert Sjaak het werken
Hoe leert Sjaak het werken
Wie leert Sjaak het werken
Wie leert Sjaak het werken af
Sjaak kijkt naar zijn hand
Tot een vuist gebald
Indrukwekkend, maar wat heb je eraan
Als je er niet mee durft te slaan
Als je nooit hebt leren vechten voor je bestaan
Alles altijd draaide om het houden van je baan
Dus die vuist heeft-ie maar in zijn zak gedaan